Gebitsprothetiek

​

​

​

​

Als uw tanden door ouderdom, ziekte of slijtage zo slecht zijn geworden dat ze moeten worden vervangen, kan een kunstgebit een oplossing voor u zijn. Een kunstgebit is een grote verandering. Het kan bijvoorbeeld de manier waarop u kauwt en spreekt beïnvloeden.

 

Tanden en kiezen trekken
Voordat een kunstgebit geplaatst kan worden, moeten uw tanden en kiezen worden getrokken. Dat gebeurt vaak in één keer. Na het trekken van de tanden wordt het kunstgebit direct geplaatst.

 

Wennen aan uw kunstgebit
Een nieuw kunstgebit zit meestal niet meteen lekker. Uw tandarts of tandprotheticus zal u in die lastige beginperiode goed begeleiden, zodat u zo snel mogelijk aan uw nieuwe kunstgebit zult wennen.

 

Eten met een kunstgebit
Eten met een kunstgebit is anders. Zeker in het begin moet u voorzichtig zijn. Neem de eerste dagen zacht voedsel, zoals puree, gehakt en zacht fruit. Probeer na enkele dagen een stukje vis en een aardappel. Weer later kunt u voedsel eten zoals vlees of een appel. U kunt met uw kunstgebit beter geen stukken afbijten. Beter kunt u het voedsel in stukjes snijden en rustig en gelijkmatig kauwen.

Praten met een kunstgebit
Praten zal in het begin niet zo makkelijk gaan met een kunstgebit. Misschien gaat u slissen of klinken bepaalde klanken anders dan u gewend bent. Alsof u met een volle mond praat. Meestal gaat het na een paar dagen, als uw mond aan het nieuwe kunstgebit gewend is, een stuk beter.

 

Plaatprothese
De plaatprothese is gemaakt van een roze, tandvleeskleurige kunsthars waarin de kunsttanden en kiezen verankerd zijn. De plaatprothese rust in zijn geheel op het slijmvlies van de mond. In sommige gevallen wordt de plaatprothese met ankertjes aan overgebleven tanden of kiezen vastgemaakt.

 

Frameprothese
De frameprothese is gemaakt van metaal waarop een tandvleeskleurige kunsthars is aangebracht. Daar zitten de kunsttanden of kiezen op. De frameprothese rust vooral op een deel van de overgebleven tanden of kiezen en gedeeltelijk op het slijmvlies.

 

Plaatprothese of frameprothese?
Welke prothese voor u het meest geschikt is, bepaalt u in overleg met uw tandarts. Een plaatprothese is goedkoper dan een frameprothese, maar kent ook een aantal nadelen. Omdat de plaatprothese geheel op uw tandvlees steunt, moet uw tandvlees de kracht opvangen die door het kauwen wordt veroorzaakt. Dat kan leiden tot tandvleesproblemen. Onder de plaatprothese blijven ook makkelijk voedselresten zitten, waardoor ontstekingen van het tandvlees kunnen ontstaan. Bij de frameprothese vangen uw natuurlijke tanden en kiezen de kauwkrachten op en wordt het tandvlees minder belast.

 

Klikgebit
Een klikgebit is een prothese die op implantaten wordt geplaatst. Dat maakt een klikgebit stabieler en comfortabeler dan een gewoon kunstgebit. Bovendien slinken de kaken minder bij een klikgebit.

 

Loszittend kunstgebit
Bijna een derde van de Nederlanders met een kunstgebit heeft problemen met dat kunstgebit. Een veel voorkomende klacht is dat het kunstgebit los gaat zitten. Dat komt doordat kaken zonder tanden en kiezen slinken bij het ouder worden, terwijl het kunstgebit zijn vorm en grootte behoudt. Een loszittend kunstgebit bemoeilijkt het kauwen en praten. En het tandvlees kan door het loszittende kunstgebit geïrriteerd raken of pijn gaan doen.